Stichting Maruf, centrum voor queer muslims, is genomineerd voor het Roze Lieverdje 2018, de tweejaarlijkse prijs van Roze Links en GroenLinks Amsterdam voor het initiatief of de individu die zich buitengewoon inzet voor de emancipatie van LHBTQI+- Amsterdammers. In een persoonlijk interview vertelt oprichter en voorzitter Dounia Jari wat haar drijft, waar ze door geïnspireerd wordt, en wie haar eigen Roze Lieverdje is.
‘Bij Stichting Maruf ben ik voor het eerst gaan bidden. Omdat ik eindelijk mensen om me heen had waarvan ik het wilde leren. Er ging een wereld voor me open in die tijd. Niet alleen voor mij, voor het hele team. Er zijn overal op de wereld al heel lang organisaties voor queer muslims. Waarom hadden we dat hier dan niet? Nu pas beginnen er een beetje initiatieven op te poppen om bijvoorbeeld inclusieve gebedsavonden te organiseren.
‘Voor LHBTI-ers is het nog altijd een stuk moeilijker als je buiten de randstad woont, laat staan als je ook moslim bent. Ik kom uit het oosten van het land, daar heb je niet zoveel voor LHBTI-ers. Mijn lesbische vriendinnen uit Enschede gingen uit in Zwolle, want daar had je een COC. De volgende stap was Flirtation in Amsterdam. Dat waren de weinige plekken waar je andere vrouwen kon ontmoeten.
In mijn zoektocht naar mensen zoals ik kwam ik bij de Schorer Stichting terecht. Twee keer per maand reisde ik van Zwolle naar Amsterdam. Daar was tevens mijn eerste ontmoeting met Dino Suhonic, op een van de Wereldcafé avonden. Dino vroeg me om te helpen met een project wat hij mocht starten bij het COC, en daar is Maruf uiteindelijk uit voortgekomen. We waren allemaal zo jong! Ik was er helemaal nog niet klaar voor om zo in het diepe te duiken.’
Niet door God gepest
‘Dat ik queer en moslim ben was voor mij vanaf het begin helder. Ik ben zoals ik moet zijn. Dat ik gepest zou zijn door God ofzo, kon ik me niet voorstellen. Maar ik heb ook genoeg situaties gehad waarin ik twijfelde of het wel kon, moslim zijn en queer. Voorbeelden als Muhsin Hendricks, de ‘roze’ imam uit Zuid Afrika, helpen daarbij.
Reacties op ons werk zijn vooral positief. Ook van moslims die niet queer zijn. Mensen begrijpen dat het nodig is. Ze vinden het mooi. We mogen wel afkloppen dat we nooit echt bedreigd zijn. Tegelijkertijd blijft het ingewikkeld, er is natuurlijk ook veel slechte respons op homoseksualiteit binnen de moslimgemeenschap. Dat wil je niet nuanceren.’
Meervoudige discriminatie
‘Als queer moslim heb je altijd te maken met meervoudige discriminatie. Bij Stichting Maruf doen we daarom ook steeds meer rond thema’s als islamofobie of racisme. Je hebt er namelijk ook mee te maken binnen de verschillende gemeenschappen waar je onderdeel van bent. Ikzelf ben vaak in het uitgaansleven aangesproken dat ik er te weinig lesbisch uitzag. Of je bent op een plek waar iedereen wit is, behalve jij. Dan voel je dat je er niet bij hoort. Of het echt zo is maakt dan niet meer uit. Je hebt het gevoel al.
Het werk voor Stichting Maruf draagt ook bij aan mijn eigen emancipatie. In ons empowerment programma ben je drie maanden continu in contact bent met deelnemers. Zij wonen vaak nog thuis, zijn afhankelijk van hun ouders, hebben het er nog moeilijk mee. Dan word je er zelf weer aan herinnert hoe het ooit was, en hoe het soms ook echt nog is. We zijn er zelf ook nog niet helemaal.’
Kenniscentrum en liefdevolle safe space
‘Hét kenniscentrum op het gebied van islam en seksuele diversiteit, dat is wat we willen worden. We komen daar steeds dichterbij. Tegelijkertijd willen we ons ook voor de ‘persoonlijke’ dingen blijven inzetten. De spiritualiteit, een plekje om te bidden, het creëren van een liefdevolle safe space. Dat is wat we willen behouden. Dat we met voormalig minister Bussemaker om de tafel konden zitten is net zo belangrijk als dat we een gesprek hebben met een nieuwe deelnemer die zegt: “Ik voel me nu al stukken beter, ik kan niet wachten om met een workshop te beginnen.”
Mijn eigen Roze Lieverdje? Dat is Louiza, zij was coördinator bij de Schorer Stichting. Zij was de eerste persoon met wie ik in gesprek ging tijdens mijn eigen zoektocht. Zij is eigenlijk een beetje de start van alles wat daarna kwam. Als zij mij niet had uitgenodigd voor zo’n Wereldcafé avond, dan had ik dit misschien wel nooit allemaal gedaan. Dan zat ik misschien nog in Zwolle. Dino is ook echt mijn Roze Lieverdje. En alle mensen die genomineerd zijn, met wie we straks op het podium staan, dat zijn ook allemaal vrienden. Maar Louiza is echt de eerste.’